Opa Ruud: ‘zigzaggen van de bovenleiding is mij echt bijgebleven’

Mijn opa Ruud en ik delen ongeveer dezelfde passie. Dat is Treinen. Vanwege omstandigheden is dat voor mij minder geworden. Voor mijn opa is en blijft het zijn passie. Hoe is mijn opa aan dit ‘treinenvirus’ gekomen en wat waren de verschillen met toen en nu.

Hoe ben je ooit besmet geraakt met het virus?
‘’Nou… Mijn vader heeft diverse dingen gedaan in en rondom het spoor. Hij begon als vakman baanwerker (waarbij hij o.a. rails legde). Ook is hij veiligheidsman en vakmanmachinist. Personen die bij de NS werkte kregen een vrijreizenkaart. Daarmee kon je het gehele land door reizen op kosten van de staat.’’

Je reisde veel rond. Waar zoal heen?
‘’Reizen deden we niet veel. Enkel woonde mijn opa en oma in Friesland, dus we gingen meestal met het gezin van Deventer naar Friesland. De overstap in Zwolle vond ik echt prachtig. Diverse treinen die je voorbij zag razen.’’

Welke trein sprak je veel aan?
‘’De Mat ’54, of in de volksmond Hondekop.’’ zegt Ruud zonder twijfel. ‘’Maar ook de muizenneus was erg mooi. Met die trein reisde ik naar het noorden van Nederland. Toch blijft de Mat ’54 mijn favoriet. Voornamelijk door het ‘kedeng-kedeng’-geluid. Wat me echt is blijven hanen is dat de bovenleiding zigzaggend boven de trein hing, is mij echt bijgebleven.’’

We raken in gesprek over het vroegere reizen vergeleken met nu, want er is veel verandert in en rondom het spoor.

Wat is je grootste gemis vergeleken met vroeger?
‘’Het ‘kedeng-kedeng’-geluid. Tegenwoordig hebben ze dat er uitgehaald vanwege overlast. Echt super jammer, want daardoor ben ik echt gek geworden van treinen. Daarom blijven de jaren ’60, ’70 en ’80 mijn favoriete jaren. Ook vind ik het stoommaterieel erg mooi.’’

Wat vind je van de treinen van nu?
‘’De kleuren van tegenwoordig vind ik maar niets. Het gemist van de kleuren; donderblauw, groen of bruin. Als ik echt een soort echt mooi vind dan zijn dat de intercity’s. Zoals de Koplopers en VIRM’s.’’

Ben je al is met naar een rijdend museum geweest? En welke?
‘’Jazeker. Ik vind de miljoenenlijn in Zuid-Limburg erg mooi. Zowel om te zien als erin te zitten. Het landschap maakt dat echt af. Ook in Apeldoorn hebben ze er één. Dat is ook erg mooi om te zien. Daarnaast is het er spoorwegmuseum daar komt alles samen. Van oud naar nieuw materieel.’’

Heb je zelf ook een treinbaan?
‘’Die heb ik zeker. Ondertussen ben ik om redenen er wat minder mee bezig. Maar dat komt vast nog wel. Een echte treinliefhebber heeft dat!’’

Denk je dat het ‘treinenvirus’ uitsterft?
‘’Nee, dat denk ik niet. Als je er vroeger mee bezig was, komt het op een rond de 50e levensjaar wel weer. Dan heb je er echt weer tijd voor.’’